Mond

Afwijkende mondgewoonten zijn gewoontehandelingen of bewegingen die negatief zijn voor de gebitsstand, het spreken, het gehoor en de gezondheid. Afwijkende mondgewoonten zijn:

1. Open mondgedrag/ habitueel mondademen/afwijkende tongligging in rust

Meer informatie »

Open mondgedrag/ habitueel mondademen/afwijkende tongligging in rust

Habitueel mondademen is de gewoonte om in rust de lippen niet te sluiten, waarbij er niet door de neus wordt geademd. De meeste mensen ademen door hun neus, tenzij de neusdoorgang onvoldoende is door bijvoorbeeld een vernauwing door verkoudheid of allergieën. Er wordt dan tijdelijk meer door de mond geademd. Als dit mondademen blijft bestaan terwijl de neus weer doorgankelijk is, wordt de neus nauwelijks meer gebruikt. Dit heet “habitueel (gewoonlijk) mondademen”. Bij een afwijkende tongligging in rust is de positie van de tong afwijkend. De tong ligt niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar laag in de mond, tegen of tussen de tanden. Dit kan de stand van de tanden, kiezen en/of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden. Hierbij hoeft niet altijd sprake te zijn van open mondgedrag.

Gevolgen

Een gevolg van mondademen en een afwijkende tongligging in rust is dat de mondspieren kunnen verslappen. De tong ligt dan slap onderin de mond en drukt tegen de tanden aan, waardoor deze naar voren worden geduwd. Daarnaast vervalt bij het mondademen de gunstige eigenschap van de neus. Dit is onder andere het bevochtigen, verwarmen en reinigen van de ingeademde lucht. Wanneer dit probleem niet behandeld wordt, is er kans op incorrect articuleren (bijvoorbeeld lispelen), een afwijkende groei van de kaak, tanden en kiezen ten gevolge van het wegvallen van de druk van de lippen op de tanden en is er een verhoogde kans op terugkerende infecties in de keel, van amandelen of (frequent) terugkerende middenoorontstekingen omdat de buis van Eustachius, die de neusholte met het oor verbindt, te weinig wordt geopend.

2. Duimen, vingerzuigen, speenzuigen en bijtgewoonten

Meer informatie »

Duimen, vingerzuigen, speenzuigen en bijtgewoonten

Het is algemeen bekend dat vaak of te intensief duim- of vingerzuigen (ook bij volwassenen!) leidt tot een afwijkende stand van tanden en/of kaken. Dat geldt ook voor tong- en lipzuigen of een te lang of te intensief gesabbel op een speen.

Gevolgen

Door het zuiggedrag komt het regelmatig voor dat de spieren in en rond de mond verslappen, waardoor habitueel mondademen, open mondgedrag en afwijkend slikken kan ontstaan. Dit kan weer leiden tot een afwijkende vorm van het gebit (open beet) dat incorrect articuleren tot gevolg heeft. Hierbij kunt u denken aan het praten met de tong tussen of tegen de tanden (bijv. bij lispelen). Bijtgewoonten (bijv. vinger-, nagel- of lipbijten, of klemmen, knarsen e.d.) kunnen schadelijke invloed hebben op het kaakgewricht, waardoor spieren overbelast worden. Tijdens nagelbijten wordt de onderkaak naar voren geschoven waardoor pijnklachten en overbelasting van de spieren in het mondgebied kan ontstaan. Ook andere spiergroepen in de mond zullen daar ook nadelige gevolgen van kunnen ondervinden.

3. Foutieve slikgewoonten

Meer informatie »

Foutieve slikgewoonten

De juiste positie van de tong tijdens slikken is met de tongpunt vlak achter de boventanden. Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en/of de kiezen duwt of wanneer de tong tussen de tanden en/of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, zal dit invloed hebben op de vorm van het gebit.

Gevolgen

Gebitsafwijkingen, zoals een openbeet of een incorrecte articulatie zoals lispelen.

Bovenstaande afwijkingen veroorzaken een verstoring van het evenwicht dat er normaal is tussen de mondspieren onderling. De vorm van de kaken en de stand van de tanden en kiezen kunnen zich aan dit verkeerde evenwicht aanpassen. Gevolgen van afwijkend mondgedrag kunnen zichtbaar zijn als bijvoorbeeld:

1. Lispelen of slissen

Meer informatie »

Lispelen of slissen

Bij lispelen wordt de tong geheel of gedeeltelijk tussen de voortanden geperst. Dit valt voornamelijk op bij klanken als [s,z,t,d,n en l] Bij slissen ontstaan de klanken aan de zijkant in de mond (bij de kleine kiezen); hier zien we vaak een zijdelingse open beet.

2. Open beet

Meer informatie »

Open beet

Bij een open beet staan de kiezen wel op elkaar, maar raken bijvoorbeeld de voortanden elkaar niet. Regelmatig is de vorm van de open beet precies de grootte van de duim of de speen. Tijdens het spreken is de tong zichtbaar tussen de tanden. Ook bij het slikken perst de tong tussen de tanden.

Dergelijke open beten kunnen met orthodontische behandeling gesloten worden en de tanden komen weer mooi in de rij te staan. Maar vaak zien we na verloop van tijd weer een open beet ontstaan, omdat verzuimd is de oorzaak van de open beet, in dit geval een verkeerde tongpositie, weg te halen. Behandeling zal dus altijd middels OMFT gedaan worden.

Wat doet de logopedist?

De logopedist adviseert over een behandeling en zal de behandeling afstemmen op de cliënt. Indien uitsluitend de spraak gestoord is, kan de klassieke logopedie uitkomst bieden. Maar als de kaken, de tanden en kiezen en/of het kaakgewricht bij het probleem betrokken zijn, kan de logopedist daarmee geen blijvend resultaat bewerkstelligen. De oorzaak van dergelijke problemen is dan namelijk niet weggenomen. Als dit het geval is wordt geen traditionele logopedie uitgevoerd, maar oro-myofunctionele therapie (OMFT). Deze is erop gericht alle mondspieren weer in evenwicht te brengen door gerichte oefeningen te geven en foutieve gewoonten af te leren.